Deze week las ik het verfrissende en grappige boekje ‘Recepten om in de puree te raken’, van Bruno-Paul de Roeck. Ik vind het een aanrader omdat het onze problemen vanuit een totaal onverwachte hoek benadert: vertel me eens wat ik moet doen om in net zo’n ellende te geraken als waar jij je in bevindt. Het is liefdevol, humoristisch en herkenbaar.
Wat me trof in het boekje was de volgende uitspraak:
Wat zou moeten zijn, is niet.
Daaruit kun je dan ook geen groei verwachten.
De meeste mensen die in therapie komen, willen graag veranderen: ‘Hoe ik nu ben of doe, is niet goed. Als ik anders ga zijn of doen, kan ik echt gelukkig zijn’. Als ik maar niet zo bang zou zijn, als ik maar niet zo gevoelig zou zijn, als ik maar niet zo snel boos zou worden, als ik maar slimmer zou zijn, als ik maar niet zo’n flapuit was, als ik maar niet zo gesloten was, enzovoorts.
Het zijn allemaal herkenbare, legitieme verlangens. Maar de manier waarop we dat veelal proberen te bereiken, is door veroordelend en beschaamd te zijn over wat we niet goed doen en ons voortdurend langs de meetlat leggen van ons ideaalbeeld: een persoon die we niet zijn, maar wel zouden moeten zijn. En daar gaan mensen niet van groeien. Want wat er niet is, kan ook niet groeien.
Met veel moeite en volharding kun je je trainen in ander gedrag. Natuurlijk kun je nieuwe vaardigheden aanleren. Maar dit gaat voorbij aan de goede reden die je hebt voor ‘slecht’ gedrag. Aan ‘slecht’ gedrag ligt bijna altijd een diepe angst en een diep verlangen ten grondslag. En dat los je niet op door streven, overtuigen, dwingen, forceren, veroordelen en idealiseren.
Dan kom ik op wat de ‘paradoxale theorie van verandering’ wordt genoemd: verandering gebeurt als iemand wordt wat hij is en niet als hij probeert te worden wat hij niet is. Verandering vindt niet plaats door een krampachtige poging om te veranderen, maar wel als iemand de tijd en inspanning neemt om stil te staan bij wat er werkelijk in hem omgaat en hoe zijn wereld hem raakt. Pas dan kun je werkelijk voelen wat je nodig hebt en keuzes maken die daarbij aansluiten.
Dus vanuit wat er niet is, kun je geen groei verwachten. Groei ontstaat uit wat er wel is en dat ben jij zoals je bent. Dit klinkt misschien tegenstrijdig en tegennatuurlijk. Ik vraag me dan ook regelmatig af: “Zo eenvoudig kan het toch niet zijn?!” En steeds weer kom ik tot de conclusie: ja, het is wel eenvoudig, maar zeker niet makkelijk. Het is een langdurig en van tijd tot tijd ook pijnlijk proces, maar het levert zoveel prachtigs op dat het die moeite absoluut waard is.
Bronnen:
Beisser, A. (1971). The Paradoxical Theory of Change. In: Fagan, J. & Sheppard, I. (Eds), Gestalt Therapy Now. New York, Harper & Row, p. 77-80.
Roeck, B.P. de (2004). Recepten om in de puree te raken. Doe-het-zelf therapie. Haarlem, De Toorts BV.
Wollants, G. (1997). Gestalttherapie als symmorfoseproces. In: Tijdschrift voor Gestalttherapie, jaargang 4, p. 5-23